De nieren zorgen er voor je bloed constant te houden.

Nieren hebben meestal één, maar soms twee, slagaderen. Door de nierslagader(s) stroomt het zuurstofrijk bloed naar de nieren, het bloed wat vervoert word bevat overtollige en schadelijke afvalstoffen.
Vanaf de nieren stroomt het zuurstofarm bloed via de nierader(s) terug naar het hart, en dat bloed bestaat uit bloed wat gezuiverd is.
Het stof wat de nieren maken met de afvalstoffen (stoffen uit eten, medicijnen) heet dan ook wel je urine.
Een nier bestaat ook weer uit een nierschors, niermerg en een nierbekken.
In het niermerg en in de nierschors vind uitscheiding plaats van water, zouten, afvalstoffen en van onwerkzaam gemaakte schadelijke stoffen.
Deze stoffen die samen verwijderd worden heet dus urine. In het algemeen komt er in het urine geen glucose voor, wel bij mensen die ongezond eten en leven.
De urine bestaat niet altijd uit de zelfde samenstelling, door het drinken bevat je urine veel water, en de gehaltes aan zouten en afvalstoffen zijn afhankelijk van de hoeveelheden stoffen in het inwendige milieu voorkomen.

Urine word in de nierbekkens verzameld en word dan via de urineleiders afgevoerd aar de urineblaas,en word hier dan tijdelijk opgeslagen, omdat je anders heel vaak zou moeten plassen. Soms word het dan ook via de urineblaas afgevoerd aan de urinebuis zodat je kunt gaan plassen en de urineblaas niet te vol komt te zitten.

Ook bij de nieren komen bepaalde ziektes of virussen voor eentje daarvan is bijvoorbeeld: een nieraandoening. Onder het woord 'nieraandoening' kun je vele soorten onderscheiden van elkaar maar, het is allemaal erg schadelijk voor je nieren.